Ook na de kleutertijd blijft het belangrijk om volop met je kind te bewegen. Op deze manier kan je jouw contact met je kind versterken, het zelfvertrouwen van je kind verhogen, de weerbaarheid opbouwen en oefenen met sociale vaardigheden.
Jullie kunnen samen ravotten, samen gaan sporten, samen de natuur intrekken, …
Natuurlijk spelen opgroeiende kinderen meer en meer met leeftijdsgenoten, maar toch vinden ze het ook leuk om zichzelf met hun ouders te meten.
Voor de ontwikkeling van je kind is het bovendien verrijkend om naar de sportclub of de jeugdvereniging te gaan. In contact met leeftijdsgenoten liggen er heel wat leerkansen.
OEFENING 1: Schouders op de grond
Blijf jij overeind?
Je gaat met je kind op de grond zitten en daagt elkaar uit om de ander met zijn schouders op de grond te krijgen. Het kan er stevig aan toe gaan, maak daarom op voorhand wat afspraken over wat wel en niet fijn is. Zo spelen we steeds kort bij de grond en niet staand, dan kunnen we al geen pootje lappen en hard vallen, want dat is niet fijn. Vermijd trekken aan kledij, ook dat kan snel niet fijn worden. Misschien zijn er nog wel andere dingen die jullie niet fijn vinden, zeg deze tegen elkaar zodat je er rekening mee kan houden. Het woordje ‘stop’ kan hierbij ook helpen.
OEFENING 3: Samen op pad
Ga naar buiten waar de vogeltjes fluiten!
Ga er eens op uit met je kind, dat kan een gewone wandeling in het bos zijn waarbij je zwijgend naast elkaar wandelt of net honderduit tegen elkaar vertelt. Tegenwoordig vind je ook op verschillende plekken speelbossen en die zijn heus niet enkel voor kinderen bedoeld!
Een wandeling kan tevens een goede manier zijn voor je kind (en jezelf) om even tot rust te komen. Ideaal tijdens drukke momenten thuis, examenperiodes, stressvolle levensgebeurtenissen, … ‘Even afkoelen buiten’ hoeft je kind dus niet alleen te doen, maar kan je ook samen doen. Op die manier blijf je aanwezig en beschikbaar voor je kind.
OEFENING 2: Acrobatie voor gevorderden
Piramides bouwen, salto’s maken, … het blijven topactiviteiten om samen te doen. Waar je met je kind als baby hem voorzichtig op je onderbenen legde om dan te vliegen, kan je nu zelfs een stoeltje in de lucht proberen te maken. Daarbij lig je als ouder op de rug met je benen 90° gestrekt en gaat je kind op je voeten zitten. Vraag je kind om aan je hoofd te gaan staan terwijl hij naar je voeten kijkt. Je kind neemt je voeten vast en gaat met zijn voeten in jouw handen staan. Tel tot 3 waarbij je kind op 3 in de lucht springt en jij mee ondersteunt aan zijn voeten. Nu staat je kind boven je, steunend met zijn handen op jouw voeten en zijn voeten in jouw handen. Laat hem dan op je voeten klimmen en vraag aan je kind zich goed recht te zetten, maar wel met zijn zitvlak goed op je voeten.
Dit vergt wat oefening en mogelijks wat assistentie, maar dat is deel van de uitdaging. Schat als ouder je fysieke limieten goed in en het spanningsniveau van je kind. Bouw de oefening desnoods op, een laag stoeltje in de lucht op de knieën kan een eerste stap zijn.
Heb jij een durf-al? Dan kan je nog een stapje verder gaan en hem vragen rechtop te staan op je handen. Je komt tot deze houding door, nadat je kind boven je staat op jouw voeten en handen, te vragen zijn handen los te laten en dus enkel nog met zijn voeten in jouw handen staat. Hou je benen wel hoog zodat hij, indien hij zijn evenwicht zou verliezen, zich nog kan vastgrijpen. Assistentie is hier een must. Houd je het liever wat minder uitdagend, dan vinden kinderen ‘vliegeren’ op jouw voeten vaak leuk.
Wat moet je zeker wel doen? Veel plezier maken en elkaar uitdagen tot je er (letterlijk) bij neerligt!
Reeks volgen?
Vlaams-Brabant: www.huizelevensruimte.be/ADKRA